Raku is een techniek die al in de 16e eeuw in Japan werd toegepast, en die in de hedendaagse keramiek niet meer weg te denken is. De werkstukken worden met een tang in de oven geplaatst. De oven (buiten) wordt met een fossiele brandstof verhit tot ongeveer 1000°C. Dan mag de oven open en worden de roodgloeiende werkstukken in een ton met zaagsel gedaan. Daarna wordt de ton afgesloten.
Er ontstaat een zuurstofarme atmosfeer, waardoor reductie plaatsvindt. Kenmerkend voor Raku-werk is de craquelé in het glazuur, die ontstaat door de snelle afkoeling. Het verbrande zaagsel trekt in de ontstane barstjes waardoor deze extra worden geaccentueerd.
Naked raku
Een variatie op het Raku stoken werd door Kate en Will Jacobsen (Amerika) in Nederland geïntroduceerd. Tijdens de workshop die ik bij hen volgde, leerde ik de "Naked Raku" techniek. De werkstukken worden in de leerharde fase gepolijst en daarna gedroogd en gebakken. Vervolgens wordt er een slib- en glazuurlaag op aangebracht en op ongeveer 800°C in de Raku oven gestookt. Dan wordt het werkstuk met de tang in de zaagselton gedaan. Daarna worden ze met water besprenkeld. De slib- en glazuurlaag zal eraf springen. Het werkstuk kleedt zich als het ware uit, vandaar "Naked Raku".
Omdat het eindproduct geen glazuur bevat is deze dus ook niet waterdicht.
Kopermat techniek
Een andere variatie is de "Kopermat" techniek, waarbij tijdens het stoken in de Raku oven gereduceerd wordt. De zaagselton wordt niet direct afgesloten, maar het vuur moet eerst goed aanwakkeren. Dan wordt de ton afgesloten en er ontstaat een tweede reductie. Omdat het "glazuur" rond de 80% kopercarbonaat bevat zullen er de mooiste kleuren ontstaan, van cyclaam tot dieppaars, tot geel, groen, bruin, enzovoorts.